Help Contact

Stel je vraag aan ons

Stakingswinstruimte

Een IB-ondernemer die zijn onderneming geheel of gedeeltelijk staakt, kan de bij die staking gerealiseerde stakingswinst tot op zekere hoogte omzetten in een lijfrente. Daarmee kan de belastingheffing over de stakingswinst worden uitgesteld tot en uitgesmeerd worden over de uitkering van de stakingslijfrente. De stakingswinstruimte geeft aan voor welk deel de stakingswinst kan worden omgezet in een lijfrente.


Bepaling van de stakingswinstruimte?

Om de stakingswinstruimte te kunnen vaststellen, moet een vergelijking worden gemaakt tussen de fiscale ruimte die de Wet IB 2001 biedt en de feitelijk gerealiseerde stakingswinst.  

Voor het vaststellen van de wettelijke fiscale ruimte worden 3 categorieën situaties onderscheiden: A,  B en C

Van categorie A is sprake indien aan één van de onderstaande voorwaarden wordt voldaan:

  1. de ondernemer ten tijde van het staken een leeftijd heeft bereikt die ten hoogste 5 jaar lager is dan de AOW-leeftijd op het moment van staking 
  2. de ondernemer ten tijde van het staken voor 45% of meer arbeidsongeschikt is en de hem toekomende termijnen van lijfrenten binnen 6 maanden ingaan
  3. staking plaatsvindt door overlijden van de ondernemer.

Van categorie B is sprake indien categorie A niet van toepassing is en aan één van de onderstaande voorwaarden wordt voldaan:

  1. de ondernemer ten tijde van het staken een leeftijd heeft bereikt die ten hoogste 15 jaar lager is dan de AOW-leeftijd op het moment van staking heeft bereikt
  2. de aan de ondernemer toekomende lijfrenten termijnen dadelijk ingaan.

Van categorie C is sprake in alle overige gevallen die niet in categorie A en B zijn voorzien.

Elke categorie kent een wettelijk vastgelegd maximumbedrag, dat jaarlijks wordt geïndexeerd. Onderstaand overzicht toont de wettelijke maximumbedragen voor de afgelopen 5 jaar:

Jaartal

Grensleeftijd 
 categorie A

Categorie A

Categorie B

Categorie C

2023

61j 10m

 €          510.970 

 €          255.495 

 €          127.755 

2022

61j 7m

 €          480.686 

 €          240.352 

 €          120.183 

2021

61j 4m

 €          474.517 

 €          237.267 

 €          118.640 

2020

61j 4m

 €          467.044 

 €          233.530 

 €          116.771 

2019

61j 4m

 €          459.688 

 €          229.852 

 €          114.932 


Imputatie

Op bovenstaande wettelijk vastgelegde bedragen per categorie (A-B-C) moet, voor zover van toepassing, imputatie plaatsvinden. Imputatie betekent een verlaging van de Stakingswinstruimte. De volgende bedragen moeten geïmputeerd worden: 

Reeds genoten lijfrentepremieaftrek in de voorafgaande jaren (incl. 2e t/m 4e tranche oud regime Brede Herwaardering (BH)-lijfrenten Wet IB 1964, maar niet pre BH-lijfrenten)

  • Waarde economisch verkeer pensioenrechten/IOAZ/bedrijfsbeëindigingsvergoeding
  • Stand FOR per 1/1 jaar van staking
  • Reeds genoten stakingswinstruimte (als al eerder een onderneming is gestaakt (ook in BH)

 Tenslotte is de stakingswinstruimte het laagste van de volgende 2 bedragen:

  • de feitelijk gerealiseerde stakingswinst
  • het wettelijk vastgestelde bedrag na imputatie

 
Voorbeeld bepaling stakingswinstruimte 2023

Staking onderneming in 2023. De stakingswinst bedraagt                                   € 250.000 

De ondernemer heeft pensioenrechten opgebouwd met een WEV van                €   50.000

De FOR per 1/1 van het jaar van staking bedroeg                                                 € 100.000

De ondernemer heeft al eerder lijfrentepremies afgetrokken, totaal                      €    50.000

De ondernemer is 63 en behoort tot Categorie A


Op grond van categorie A heeft de ondernemer een stakingswinstruimte van    € 510.970

De imputatie bedraagt: (€ 50.000 + € 100.000 + € 50.000)                                 € 200.000

Wettelijk toegestane ruimte                                                                                  € 310.970

Feitelijke stakingswinst                                                                                        € 250.000

Aangezien de feitelijke stakingswinst lager is dan de wettelijk toegestane stakingswinstruimte na imputatie, wordt de uiteindelijke stakingswinstruimte vastgesteld op € 250.000. De volledige stakingswinst kan dus worden omgezet in een lijfrente.

Zou de feitelijke stakingswinst hoger zijn dan € 310.970, dan geldt als stakingswinstruimte het wettelijk bepaalde bedrag na imputatie. Het is dus steeds het laagste bedrag. 

De stakingswinstruimte kan afzonderlijk van de andere lijfrenteaftrekruimtes voorkomen. Op grond van jurisprudentie is er ook geen maximum leeftijd/datum. Anders dan bij de andere aftrekruimtes is het mogelijk om ná 5 jaar na het bereiken van de AOW-leeftijd nog gebruik te maken van de stakingswinstruimte, mits de lijfrente dan onmiddellijk ingaat.