Op grond van artikel 3.29 van de Wet IB 2001 moet de waardering van pensioen- en andere soortgelijke verplichtingen plaatsvinden op basis van algemeen aanvaarde actuariële grondslagen, waarbij een rekenrente van ten minste 4% in aanmerking genomen moet worden.
Pensioenen
Voor pensioenen in intern eigen beheer impliceert dit het gebruik van de meest recente overlevingstafel (GBM/GBV), zonder leeftijdscorrecties (artikel 8, lid 6 Wet Vpb tekst 2016) en zonder indexaties, tenzij het saldo van de marktrente en de indexatie ten minste 4% bedraagt. Het toepassen van leeftijdscorrecties is alleen toegestaan ter correctie van het verschil tussen de gehanteerde overlevingstafel en een overlevingstafel van recentere datum. Daarnaast mag fiscaal geen rekening worden gehouden met een direct ingaand partnerpensioen bij overlijden vóór de pensioendatum. De kans dat dit overlijden plaatsvindt wordt te gering geacht dat hiervoor een voorziening kan worden gevormd.
Voor pensioenen in extern eigen beheer (Holding-BV, Pensioen-BV) gelden dezelfde eisen, met dien verstande dat met de indexatie wel rekening gehouden mag worden overeenkomstig het Besluit waarderingsaspecten van pensioenen en lijfrenten (19-03-2019).
Dit betekent dat als bij het pensioenlichaam zakelijke koopsommen/premies zijn ontvangen voor (open) geïndexeerde pensioenen, hiermee bij de waardering van de pensioenverplichting rekening gehouden mag worden. Zijn de koopsommen/premies tegen een netto rekenrente van 4% berekend, dan moet bij de waardering van de pensioenverplichting ook rekening worden gehouden met die netto rekenrente, zonder toekomstige indexaties.
Op grond van een uitspraak van het Hof van Justitie van de EU moeten verzekeraars sinds 21 december 2012 sekseneutrale verzekeringstarieven te hanteren. Voor de waardering van een in eigen beheer verzekerd pensioen mag gebruik worden gemaakt van een sekseneutrale overlevingstafeltafel waarbij zowel de sterfte voor mannen als voor vrouwen even zwaar weegt. Verplicht is dit echter niet. Er mag ook worden uitgegaan van sekse-afhankelijke tarieven.
Lijfrenten of loonstamrechten
Voor de waardering van zuivere lijfrenteverplichtingen (FOR-, Stakingslijfrente) of loonstamrechten kan op grond van voornoemd besluit van dezelfde grondslagen worden uitgegaan, met dien verstande dat hetgeen is bepaald in artikel 8, lid 6 Wet Vpb (over de toepassing van leeftijdscorrecties) niet van toepassing is.
Resumerend
- meest recente overlevingstafel GBM/GBV
- uitgestelde dekking partnerpensioen
- geen leeftijdscorrecties voor pensioenberekeningen
- sekseneutrale overlevingstafel toegestaan, niet verplicht
- rekenrente ten minste 4%
- indexaties niet toegestaan, tenzij ……