Help Contact

Stel je vraag aan ons

Werking ODV-berekening

Met de ODV-robot automatiseer je jouw jaarlijkse ODV-berekeningen. Ongeacht of deze berekeningen zich in de uitstel- of uitkeringsfase bevinden. Niet alleen biedt de ODV-robot je gemak, maar je maakt ook uren vrij die je in kunt zetten voor andere declarabele werkzaamheden. Per ODV-berekening bedraagt de tijdsbesparing namelijk gemiddeld 30 minuten.

Bovendien verhoog je door de tijdsbesparing de marge op de ODV-adviesdeclaratie. Daarnaast stuurt de ODV-robot je automatisch adviessignalen met betrekking tot belangrijke adviesmomenten, en een export zorgt ervoor dat berekeningsresultaten eenvoudig verwerkt kunnen worden in de loonadministratie en jaarrekening.

Voor veel adviseurs is de ODV-robot dan ook een zeer interessante en efficiënte applicatie. 14.000 opgenomen ODV-dossiers onderschrijven dit ook.

Echter, voordat je definitief aan de slag gaat met de ODV-robot, wil je er natuurlijk zeker van zijn dat de ODV-berekeningen correct zijn. Om die reden vergelijken adviseurs de berekeningsresultaten van de ODV-robot, vaak met die van zelfgemaakte ODV-berekeningen. En daarbij worden verschillen geconstateerd.

In onderstaand artikel gaan we in op de berekeningswijze van de ODV-robot, we lichten de meest voorkomende berekeningsverschillen toe en we behandelen een aantal veel gestelde vragen.

Twijfel je na het doornemen van onderstaand artikel nog aan de uitkomsten van de ODV-berekeningen, dan beoordelen wij graag jouw berekening tegen een vergoeding (no cure no pay) van € 125,- exclusief btw.

Werking ODV-berekening

In de ODV-robot kunnen zowel de berekeningen voor de uitstelfase als voor de uitkeringsfase worden gemaakt, waarbij is aangesloten bij de richtlijnen van het Centraal Aanspreekpunt Pensioenen (CAP).

Berekening uitstelfase

Voor de uitstelfase kan worden gekozen uit twee berekeningsmethoden:

  • Omzettingsverjaardag
  • Balansdatum einde boekjaar

Op basis van de gekozen berekeningsmethode berekent de ODV-robot het ODV-saldo en de gespecificeerde rentelast per boekjaar. Lees voor verdieping het vaktechnische artikel Oprenting van de ODV: De uitstelfase in de bijlage

Berekening uitkeringsfase

Voor de uitkeringsfase is er maar één berekeningsmethode, de Uitkeringsverjaardag. In de uitkeringsfase wordt, naast het ODV-saldo en de gespecificeerde rentelast per boekjaar ook de hoogte van de jaarlijkse ODV-uitkering berekend. Lees voor verdieping het vaktechnische artikel Oprenting van de ODV: De uitkeringsfase in de bijlage.

Toelichting ODV-berekening

Volgens de richtlijnen van de Belastingdienst dienen deze berekeningen in beginsel tot op de dag nauwkeurig plaats te vinden en zitten er nogal wat haken en ogen aan. Daarom zijn de berekeningen complexer dan vaak gedacht. Uit ervaring weten wij dan ook dat zelfgemaakte ODV-berekeningen regelmatig tot onjuiste uitkomsten leiden. Doordat ODV-berekeningen ook niet tot de dagelijkse core business behoren, zakt de kennis langzaam weg.

Onderstaand schema geeft aan hoe de ODV-berekening in de ODV-robot wordt uitgevoerd.

Voorbeeld ODV-tijdlijn en Berekeningsdata

Uit Vraag en Antwoord 17-027 en Vraag en Antwoord 17-029 van het CAP blijkt dat de oprenting van het ODV-saldo tot op de dag nauwkeurig plaatsvindt, waarbij steeds is uitgegaan van de eerste van de maand. Echter, in de regel zal de omzettingsdatum en/of de ingangsdatum niet op de eerste dag van de maand vallen. Vanaf 14 november 2019 is het ook mogelijk om in de uitkeringsfase in maanden of jaren nauwkeurig te rekenen.

De ODV-robot voert de ODV-berekening standaard in dagen nauwkeurig uit, waarbij ieder jaar wordt opgedeeld in 360 dagen. Ieder restdeel van een jaar wordt dus in een gedeelte van 360 dagen opgesplitst. 

Mocht het om moverende redenen bezwaarlijk zijn om de oprenting in dagen nauwkeurig te berekenen, dan kan de berekening ook op basis van 'de eerste van de maand' uitgevoerd worden. Hiervoor beantwoord je de vraag 'Afwijkende ingangsdatum uitkering' met 'Ja' en daarna geef je de gewenste ingangsdatum per de eerste van de maand op. Vervolgens geef je bij de vraag 'Afronding duur uitkering' aan hoe je de uitkeringsperiode wenst af te ronden.

 
Let wel op dat de ingangsdatum dient te liggen tussen de vroegste (5 jaar vóór de AOW-leeftijd) en uiterste (2 maanden ná de AOW-leeftijd) ingangsdatum van artikel 38p, lid 2, letter a, ten eerste van de Wet op de loonbelasting 1964 (Wet LB)


Rentelast en Transitorische post

Grondslag voor de oprenting van de ODV is in eerste instantie de pensioenverplichting op omzettingsdatum. Afhankelijk van het gekozen berekeningssysteem in de uitstelfase vindt de oprenting van de ODV steeds plaats tot de volgende balansdatum of omzettingsverjaardag en wordt de rente steeds op die volgende balansdatum of omzettingsverjaardag bijgeschreven. In het jaar waarin de ODV-uitkeringen ingaan, wordt de rente op de eerste Uitkeringsverjaardag bijgeschreven. 

In de uitkeringsfase geldt als grondslag voor de oprenting van de ODV steeds het ODV-saldo nádat hierop de volledige jaaruitkering in mindering is gebracht. De rente wordt steeds bijgeschreven op de volgende Uitkeringsverjaardag.

Als gevolg van deze oprentingssystematiek zal de jaarlijkse oprenting van de ODV in de meeste gevallen niet samenvallen met het boekjaar/kalenderjaar. Immers de oprenting loopt van Omzettingsverjaardag tot Omzettingsverjaardag of van Uitkeringsverjaardag tot Uitkeringsverjaardag. Een deel van de oprenting van de ODV valt in het huidige boekjaar en een ander deel valt in het volgende boekjaar. Alleen in de uitstelfase - als sprake is van de oprentingsmethode Balansdatum einde boekjaar - valt de oprenting van de ODV wel volledig in het boekjaar/kalenderjaar (zie bovenstaand schema). 

Voor de winstbepaling van het eigenbeheerslichaam heeft het CAP (Vraag en Antwoord 17-027) aangegeven dat de lasten van de jaarlijkse oprenting van de ODV alleen in aanmerking genomen kunnen worden in het boekjaar waarop die oprenting daadwerkelijk betrekking heeft. Volgens het CAP kan dit worden vormgegeven door middel van een transitorische passiefpost op de fiscale eindbalans. Het bedrag van deze transitorische passiefpost wordt - voor zover van toepassing - door de ODV-robot automatisch berekend en in het overzicht van de rentelast gespecificeerd weergegeven. 

De gepresenteerde bedragen zijn voorzien van een datum of periode, zodat in één oogopslag duidelijk is op welke datum, of op welke periode het getoonde bedrag betrekking heeft.  

ODV-saldo

Het ODV-saldo wordt steeds aan het begin en aan het einde van het boekjaar getoond. In de uitkeringsfase zijn de vervallen termijnen van de lopende ODV-uitkering in de stand van de ODV aan het einde van het boekjaar verwerkt. Hiervoor is dus geen transitorische post nodig.

ODV-uitkering

De ODV-uitkering wordt na rentebijschrijving telkens op de Uitkeringsverjaardag vastgesteld als het quotiënt van het ODV-saldo en de resterende uitkeringsperiode. Naast de aldus berekende jaaruitkering worden ook de maanduitkering en de cumulatief uitbetaalde termijnen getoond. Met behulp van een fictieve rentevoet kan een indicatie van de toekomstige ODV-uitkeringen worden doorgerekend.

ODV en Overlijden

De ODV-robot is ook toepasbaar als de DGA of een andere genieter komt te overlijden. Hierbij kunnen zich twee situaties voordoen:  

  • Als de DGA tijdens de uitstelfase, als de ODV-uitkeringen nog niet zijn ingegaan, overlijdt, dan moeten de ODV-uitkeringen binnen 12 maanden na het overlijden ingaan en in een periode van 20 jaar worden uitgekeerd aan de erfgenamen, voor zover dit natuurlijke personen zijn (artikel 38p, lid 2, onderdeel b Wet LB 1964)
  • Als de DGA (of een andere genieter) tijdens de uitkeringsfase van de ODV-uitkeringen overlijdt, dan gaat het recht op de nog uit te keren ODV-uitkeringen over op diens erfgenamen, voor zover dit natuurlijke personen zijn (artikel 38p, lid 3 Wet LB 1964
  • Het staat de erfgenaam vrij zijn ODV geheel of gedeeltelijk om te zetten in een lijfrenteproduct in de vorm van een (tijdelijke) oudedagslijfrente. Dat kan zowel in de uitstelfase als in de uitkeringsfase. In het laatste geval moet het volledige ODV-saldo worden omgezet in een verzekerde - of bancaire (tijdelijke) oudedagslijfrente, die voldoet aan de eisen van artikel 3.125 resp. artikel 3.126a Wet IB2001

De ODV-robot berekent het ODV-saldo en de hoogte van de ODV-uitkering. Daarvoor hoef je geen aanvullende handelingen te doen.

Alleen als de DGA komt te overlijden in de uitstelfase, moet je even de geboortedatum van de DGA aanpassen. Die geboortedatum moet dan zodanig worden gekozen alsof de DGA in de periode van 12 maanden na het overlijden fictief zijn AOW-leeftijd zou hebben bereikt.

Het enige dat de ODV-robot niet doet is het verdelen van de uitkering over de erfgenamen. Lees voor verdieping het vaktechnische artikel Oprenting van de ODV: Bij overlijden.

ODV en Echtscheiding

De ODV-robot is ook toepasbaar als de DGA gaat scheiden of de samenlevingsrelatie wordt beëindigd. Er zijn dan verschillende mogelijkheden:

  • Directe compensatie tijdens het huwelijk/samenlevingsrelatie
  • Voorwaardelijke compensatie bij scheiding/einde samenlevingsrelatie
  • Uitbetaling van (een deel van) de ODV-uitkering aan de ex-partner
  • Feitelijke overdracht van (een deel van) de ODV aan de ex-partner

De eerste drie opties hebben geen invloed op de berekeningssystematiek van het ODV-saldo en de ODV-uitkeringen, zodat de ODV-robot gewoon kan worden gebruikt. 

Dat wordt anders als sprake is van feitelijke toebedeling (vervreemding) van (een deel van) de ODV aan de ex-partner. In dat geval moet onderscheid worden gemaakt tussen een ODV-berekening voor de ODV-gerechtigde klant en een ODV-berekening voor de ex-partner. Deze berekeningen kunnen niet gerobotiseerd worden.

In een aantal voorbeelden hebben we de ODV-berekeningen waarbij sprake is van toedeling van een deel van het ODV-saldo aan de ex-partner verder uitgewerkt, waarbij afstemming met het Centraal Aanspreekpunt Pensioenen (CAP) heeft plaatsgevonden. Lees voor verdieping het vaktechnische artikel Oprenting van de ODV: Echtscheiding en/of het vaktechnische artikel ODV vervreemden of omzetten bij scheiding in de bijlage.

Vragen over berekeningsverschillen 

Ik heb een berekeningsverschil met betrekking tot het ODV-saldo aan het einde van het boekjaar. Ik mis (een deel van) de rentelast in het ODV-saldo. Hoe kan dat?

Afhankelijk van de gekozen berekeningssystematiek, wordt de rente op het ODV-saldo bijgeboekt op de:

  • Omzettingsverjaardag
  • Balansdatum einde boekjaar
  • Uitkeringsverjaardag

Voor zover deze data niet gelijk zijn aan de balansdatum einde boekjaar zal een deel van de rente niet in het ODV-saldo zijn opgenomen. Deze rente wordt immers pas bij de volgende Omzettingsverjaardag of Uitkeringsverjaardag op het ODV-saldo bijgeschreven.  

Uitsluitend in de uitstelfase, onder toepassing van de berekeningsmethode ‘Balansdatum’, wordt de rentelast volledig in het ODV-saldo aan het einde van het boekjaar opgenomen. In alle andere gevallen wordt de rente telkens op de omzettingsverjaardag/uitkeringsverjaardag in het ODV-saldo opgenomen. 

Ik heb een berekeningsverschil met betrekking tot het ODV-saldo aan het einde van het boekjaar. De rentebijschrijving vindt niet meer aan het einde van het boekjaar plaats? Hoe is dat te verklaren?
Is gekozen voor berekeningsmethode Balansdatum einde boekjaar, dan wordt jaarlijks aan het einde van het boekjaar het ODV-saldo na rentebijschrijving gepresenteerd. Vanaf het moment dat de ODV-uitkeringen ingaan, wijzigt de berekeningssystematiek. De rentebijschrijving vindt per definitie niet aan het einde van het boekjaar plaats, maar op de uitkeringsverjaardag.  

Ik heb een berekeningsverschil met betrekking tot het ODV-saldo aan het einde van het boekjaar. Het ODV-saldo aan het begin van het boekjaar vermeerderd met de rentelast en verminderd met de (pro rata) ODV-uitkering is niet gelijk aan het ODV-saldo aan het eind van het boekjaar. Wat gaat er mis?
Een deel van de rentelast in de uitkeringsfase wordt niet aan het einde van het boekjaar op het ODV-saldo bijgeboekt, maar pas op de volgende Uitkeringsverjaardag. Deze rente is dus niet in het ODV-saldo aan het einde van het boekjaar verwerkt.

Overige veelgestelde vragen 

Kan ik in plaats van op de dag nauwkeurig ook per eerste van de maand rekenen? 
Conform Vraag en Antwoord 17-027 en 17-029 van het CAP ligt de uitstel-, uitkeringsfase en resterende looptijd van de uitkeringen op de dag nauwkeurig vast. Dat is ook het uitgangspunt van de ODV-robot. 

Mocht het om moverende redenen bezwaarlijk zijn om de oprenting in dagen nauwkeurig te berekenen, dan kan de berekening ook op basis van 'de eerste van de maand' uitgevoerd worden. Hiervoor beantwoord je de vraag 'Afwijkende ingangsdatum uitkering' met 'Ja' en daarna geef je de gewenste ingangsdatum per de eerste van de maand op. Vervolgens geef je bij de vraag 'Afronding duur uitkering' aan hoe je de uitkeringsperiode wenst af te ronden.

Let wel op dat de ingangsdatum dient te liggen tussen de vroegste (5 jaar vóór de AOW-leeftijd) en uiterste (2 maanden ná de AOW-leeftijd) ingangsdatum van artikel 38p, lid 2, letter a, ten eerste van de Wet op de loonbelasting 1964 (Wet LB).

Mijn klant wil de ODV niet op de AOW-leeftijd in laten gaan. Kan ik de ingangsdatum wijzigen?
Ja. Dit kan. Het is mogelijk om een 'afwijkende ingangsdatum' te selecteren. Deze afwijking dient te liggen binnen de bandbreedte van 5 jaar voorafgaand aan de AOW-leeftijd en 2 maanden ná de AOW-leeftijd. Het programma helpt je daarbij. Zodra je een datum invult die buiten deze bandbreedte ligt, geeft het een melding dat de ingevoerde datum niet correct is en wat de uiterste data voor jouw klant zijn. Wil je je klant inzicht geven in de totale financiële positie, start dan een Wealth Monitor dossier en importeer alle beschikbare data. Let op, de keuze van een afwijkende ingangsdatum heeft gevolgen voor de uitkeringsduur en het rekenen per maand nauwkeurig.

Kan ik in de ODV-robot een berekening maken als de DGA in de uitkeringsfase is overleden?
Ja, dat kan. Als de DGA tijdens de uitkeringsfase overlijdt, gaan de ODV-termijnen over op zijn erfgenamen (natuurlijke personen). De ODV-berekeningen kunnen worden gecontinueerd alsof de DGA nog in leven is. 

Kan ik in de ODV-robot een berekening maken als de DGA is overleden, terwijl de uitkeringen nog niet zijn ingegaan?
Ja, dat kan. Artikel 38p, lid 2 onderdeel b Wet LB 1964 bepaalt dat de ODV-uitkeringen binnen 12 maanden na het overlijden van de DGA moeten ingaan en in een periode van 20 jaar uitgekeerd moeten worden. Door een zodanige fictieve geboortedatum voor de DGA te kiezen, dat de AOW-leeftijd van de DGA in de periode van 12 maanden na het overlijden van de DGA valt, kan hieraan vorm worden gegeven.

Bijlagen