Voor de commerciële waardering van een pensioenaanspraak worden leeftijdsterugstellingen gebruikt. De leeftijdsterugstellingen zijn een correctie op de 'verouderde' cijfers die de overlevingstafels per definitie gebruiken, omdat de tafels ervaringscijfers bevatten van een reeds verstreken periode van 5 jaar.
Normaliter is de terugstelling 5 jaar voor een man en 6 jaar voor een vrouw. Dat kan gewoon als een 5 en 6 worden ingevuld. Als je de grondslagen van een nieuwe berekening bekijkt, zul je ook zien dat de default waarden (in een commerciële set actuariële grondslagen) 5 en 6 jaar zijn. Pas je die aan, dan krijg je dus inderdaad heel andere uitkomsten. Een leeftijdsterugstelling van -5 maakt de persoon 5 jaar ouder. Dus het minteken hoeft niet te worden ingevuld.